woensdag 5 mei 2010
Eens zoveel pensioenspaarders in Vlaanderen als in de rest van het land
In 2006 deden ongeveer 2 miljoen mensen - 1.976.590 om precies te zijn - aan pensioensparen. De totale som van het pensioensparen opgegeven op de fiscale aangiften bedroeg 1,36 miljard euro. Per persoon komt dat neer op een bedrag van 687 euro. De gespaarde som steeg in 2006 sterker (plus 12%) dan het aantal pensioenspaarders (plus 6%). Toch doet nog lang niet iedereen aan pensioensparen. Slechts 3 op 10 mensen in de leeftijdsgroep van 18 tot 67 jaar gaven op hun belastingformulier van 2006 aan dat ze aan pensioensparen deden. Meer Vlamingen (36%) dan Walen (21%) en Brusselaars (slechts 15%) doen eraan mee. Het verschil in deelname tussen mannen en vrouwen is erg klein. 29,5% van de 18- tot 67-jarige mannen doet aan pensioensparen, tegen 28,5% vrouwen. In Vlaanderen en Wallonië zijn er telkens iets meer mannen dan vrouwen die eraan deelnemen, maar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is het precies omgekeerd.
De grootste sommen worden gestort door mensen uit de leeftijdsgroep van 48 tot 57 jaar, gevolgd door die van 38 tot 47 jaar en die van 28 tot 37 jaar. Dit blijkt allemaal uit de gegevens van de fiscale statistiek der inkomens. Het gaat om cijfers van het inkomstenjaar 2006 en het aanslagjaar 2007, de meest recente die momenteel beschikbaar zijn.
De derde pensioenpijler bestaat naast de “eerste pijler” (de gewone wettelijke pensioenen) en de “tweede pijler” (het aanvullend pensioen via het werk onder de vorm van een groepsverzekering en georganiseerd op het niveau van de onderneming, de bedrijfstak of de beroepsgroep). De derde pijler is persoonsgebonden. Ieder individu kan eraan deelnemen en daardoor van belastingverlagingen genieten. Grosso modo bestaan er twee types: pensioensparen (pensioenspaarfondsen en pensioenspaarverzekeringen) enerzijds en anderzijds de individuele levensverzekeringen, wat eigenlijk een vorm is van sparen op lange termijn. Bijna 1,5 miljoen mensen (1.480.601) sparen voor hun pensioen via een individuele levensverzekering. (FOD Economie)
=> Evolutie van de levensverzekeringen en pensioensparen per jaar, per leeftijdsklasse, per geslacht en per regio en provincie
De grootste sommen worden gestort door mensen uit de leeftijdsgroep van 48 tot 57 jaar, gevolgd door die van 38 tot 47 jaar en die van 28 tot 37 jaar. Dit blijkt allemaal uit de gegevens van de fiscale statistiek der inkomens. Het gaat om cijfers van het inkomstenjaar 2006 en het aanslagjaar 2007, de meest recente die momenteel beschikbaar zijn.
De derde pensioenpijler bestaat naast de “eerste pijler” (de gewone wettelijke pensioenen) en de “tweede pijler” (het aanvullend pensioen via het werk onder de vorm van een groepsverzekering en georganiseerd op het niveau van de onderneming, de bedrijfstak of de beroepsgroep). De derde pijler is persoonsgebonden. Ieder individu kan eraan deelnemen en daardoor van belastingverlagingen genieten. Grosso modo bestaan er twee types: pensioensparen (pensioenspaarfondsen en pensioenspaarverzekeringen) enerzijds en anderzijds de individuele levensverzekeringen, wat eigenlijk een vorm is van sparen op lange termijn. Bijna 1,5 miljoen mensen (1.480.601) sparen voor hun pensioen via een individuele levensverzekering. (FOD Economie)
=> Evolutie van de levensverzekeringen en pensioensparen per jaar, per leeftijdsklasse, per geslacht en per regio en provincie
Een federale kieskring: nu meer dan ooit
Lees het volledige opiniestuk van Krisc Deschouwer en Philippe Van Parijs in De Standaard hier.
dinsdag 4 mei 2010
De burger moet zelf meer gaan betalen: Waar kan worden gesneden en waarom?
Lees het volledige artikel in het NRC Handelsblad hier.
Loonevolutie en relatie tot de arbeidsmarkt
Lees dit rapport van de Studiedienst van de Vlaamse Regering hier.
Het marketingmedicijn
Bekijk de Panorama reportage over de Belgische farmaceutische industrie op Canvas hier.
maandag 3 mei 2010
De Belgische eerstepijlerpensioenen aan de vooravond van de vergrijzing: doorlichting van bedragen, gerechtigden en adequaatheid
Lees het volledige communiqué van het Planbureau hier.
Deflation Could Stall Efforts to Revive Greece in Debt Crisis
Read the complete article in the NYTimes here.
Griekenland laat de euro best los
Lees het volledige opiniestuk van Johan Van Overtveldt in De Standaard hier.
donderdag 29 april 2010
Les pensions du premier pilier en Belgique à la veille du vieillissement démographique : une analyse du système actuel et de son adéquation
A l’aube du vieillissement, à l’heure où, dans le contexte d’une progression continue de l’espérance de vie, les générations du baby boom d’après-guerre arrivent à l’âge de la retraite, le débat politique et, plus largement, le débat de société sur l’avenir des pensions, est plus que jamais d’actualité. Dans ce cadre, il est intéressant notamment d’avoir une vue d’ensemble et actuelle du système de pensions légales. Dans cette optique, cette étude offre une description du premier pilier de pension en Belgique aux travers de statistiques sur les bénéficiaires et les montants de pension. Soulignons d’emblée que cette étude n’ambitionne pas d’évaluer le niveau de vie réel des pensionnés dans la mesure où elle se concentre sur les seules pensions légales à l’exclusion des autres catégories de revenus des pensionnés (comme les pensions des deuxième et troisième piliers) ou des revenus des personnes avec lesquelles ils cohabitent.
Lisez le rapport du Bureau du Plan ici.
Greening Europe’s cars
EU proposals for developing the market for clean and efficient cars.
Read this article on the EC website here.
woensdag 28 april 2010
Europe should stop taxing innovation
In this Policy Brief, Bruegel Senior Fellow Bruno van Pottelsberghe makes the argument in favour of a single EU patent system. The author explains that the absence of a one-stop-shop for EU-wide patents hampers innovation and will pose serious challenges to small and medium-sized companies in the face of global competition. This paper analyses how a uniform patent system can sustain long-term competitiveness and boost growth and thereby achieve EU2020 targets. It makes policy recommendations in four key areas of a single patent system - language, complexity, affordability and governance.
Read this paper here.
De hoge kost voor offshore windenergie
Essenscia -de sectorfederatie van chemie en life sciences- heeft het Energie Instituut van de KULeuven gevraagd onderzoek te doen naar het subsidiebeleid voor offshore windenergie, met een interessant resultaat.
Lees dit artikel op Econoshock hier.
Verkiezingen met plakband en elastiekjes
Lees het volledige opiniestuk van grondwetspecialist Vuye in De Morgen hier.
Meet the Real Villain of the Financial Crisis
Blame Congress for the meltdown, not Goldman Sachs. Read the opinion article in the NYTimes here.
dinsdag 27 april 2010
Impact van veranderingen in de bevolkingsstructuur op de welvaart in de Belgische gewesten
Lees het volledige rapport van de Studiedienst van de Vlaamse Regering hier.
Waarom geen nieuwe 'euromark' naast de euro?
Lees het volledige opiniestuk van Peter Dekeyzer in De Standaard hier.
vrijdag 23 april 2010
Twin peaks George Soros has left his mark on many economies. Can he do the same for economics?
Read the complete article in The Economist here.
The outlook for the world economy: Curb your enthusiasm
Read the complete article in The Economist here.
donderdag 22 april 2010
Une étude américaine souligne les risques climatiques pour la santé
Le réchauffement climatique constitue une menace croissante pour la santé, d'après une étude commandée par les autorités américaines, qui mentionne les arrêts cardiaques, les maladies liées à l'eau et à la prolifération des insectes.
Lisez l'article dans LLB ici.
woensdag 21 april 2010
dinsdag 20 april 2010
Schaalvergroting nefast voor Vlaams universitair landschap
Lees het volledige artikel in De Tijd hier.
maandag 19 april 2010
Analyse des répercussions macroéconomiques de l'organisation d'une Coupe du Monde FIFA en 2018 en Belgique
Lisez ce rapport du Bureau fédéral du Plan ici.
The future of public debt: prospects and implications
Since the start of the financial crisis, industrial country public debt levels have increased dramatically. And they are set to continue rising for the foreseeable future. A number of countries face the prospect of large and rising future costs related to the ageing of their populations. In this paper, the authors examine what current fiscal policy and expected future age-related spending imply for the path of debt/GDP ratios over the next several decades. Their projections of public debt ratios lead them to conclude that the path pursued by fiscal authorities in a number of industrial countries is unsustainable. Drastic measures are necessary to check the rapid growth of current and future liabilities of governments and reduce their adverse consequences for long-term growth and monetary stability.
Read this BIS report here.
vrijdag 16 april 2010
donderdag 15 april 2010
woensdag 14 april 2010
dinsdag 13 april 2010
The Class War Before Palin
Some American politics just for the fun of it. "And so, politically, the G.O.P. is squeezed at both ends. The party is losing the working class by sins of omission — because it has not developed policies to address economic anxiety. It has lost the educated class by sins of commission — by telling members of that class to go away." Read the complete article in the NYTimes here.
Evolution de l'inégalité de revenu avant et après impôts en Belgique, d'après le coefficient de Gini sur base de données fiscales
L’inégalité de revenus est de plus en plus forte en Belgique
En 10 ans, de 1997 à 2007, l’inégalité de revenus avant impôts a augmenté de 16% et de 22% pour l’inégalité après impôts. L’inégalité de revenus est la plus faible en Flandre et la plus forte dans la Région de Bruxelles-Capitale. C’est ce que montre le coefficient Gini, calculé sur base des revenus fiscaux.
Le coefficient Gini mesure l’inégalité de revenus. Si la répartition des revenus est tout à fait égale, le coefficient de Gini est de zéro (tout le monde dispose des mêmes revenus). Par contre, si la répartition des revenus est tout à fait inégale, le coefficient de Gini s’élève à 1 (une personne dispose de l’ensemble des revenus). Plus le coefficient de Gini est bas, meilleure est la répartition des revenus.
En 10 ans, de 1997 à 2007, l’inégalité de revenus avant impôts a augmenté de 16% et de 22% pour l’inégalité après impôts. L’inégalité de revenus est la plus faible en Flandre et la plus forte dans la Région de Bruxelles-Capitale. C’est ce que montre le coefficient Gini, calculé sur base des revenus fiscaux.
Le coefficient Gini mesure l’inégalité de revenus. Si la répartition des revenus est tout à fait égale, le coefficient de Gini est de zéro (tout le monde dispose des mêmes revenus). Par contre, si la répartition des revenus est tout à fait inégale, le coefficient de Gini s’élève à 1 (une personne dispose de l’ensemble des revenus). Plus le coefficient de Gini est bas, meilleure est la répartition des revenus.
Consultez les dernières statistiques du SPF Economie à ce sujet ici.
Abonneren op:
Posts (Atom)
