In deze paper gaan Tim Goedemé en Stijn Rottiers dieper in op de discussie die is ontstaan over de meting van armoede in de Europese Unie. Traditioneel wordt armoede gemeten met behulp van de at-risk-of-poverty indicator. Deze indicator legt de armoedegrens vast op basis van het mediaan inkomen in elke lidstaat. Sinds de toetreding van de Oost-Europese lidstaten sinds 2004 betekent dit dan ook dat wie volgens deze indicator arm is in de Westerse landen meestal in betere materiële levensomstandigheden leeft dan wie arm is in de Oost-Europese lidstaten. Als gevolg daarvan, hebben verschillende auteurs gepleit voor alternatieve, aanvullende armoede-indicatoren.
Lees dit CSB rapport hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten